“Mam, weet je nog dat ik vorig jaar met kerst een kaarsje in de kerk mocht aansteken?”, vraagt Catootje opgewekt.
Normaal gesproken moet Catootje altijd even bijkomen van al het reken- en taalgeweld dat er op een dag op haar afgevuurd wordt. Dat doet ze dan door zwijgzaam het eten en drinken te nuttigen dat ik voor haar heb klaargezet. Soms doe ik een poging haar te vragen hoe haar dag was, maar eigenlijk weet ik al dat het een onbegonnen zaak is en ik haar gewoon even met rust moet laten. Antwoorden als ‘weet ik niet’ of ‘nee, stom’ ken ik inmiddels wel. Maar vandaag heeft Catootje duidelijk iets te melden.
“Ja, dat weet ik nog wel”, antwoord ik haar.
“Nou”, vervolgt ze nog iets opgewekter dan ze al was, “dit jaar mag ik blokfluit spelen mama!”.
Ik kijk haar lichtelijk verbaasd aan en zie haar pretoogjes opbloeien. Ze mag blokfluit spelen en ze is er zo enthousiast over, het is gewoon aandoenlijk. Wat superschattig, zo enthousiast zie ik haar zelden.
“Wat? Blokfluit spelen?”, vraag ik haar voor de zekerheid.
“Ja, ik mag blokfluit spelen!”, zegt ze met de grootste overtuiging.
“Maar schat”, begin ik voorzichtig, “hoe ga je blokfluit spelen dan?”
“Gewoon op mijn fluit”, ze kijkt me aan alsof ik een kleuter ben. “Ik kan blokfluit spelen hoor!”
“Nou schat…”. Moet ik haar nu serieus keihard de waarheid gaan zeggen, of moet ik een liefelijk antwoord gaan verzinnen? Ze kan helemaal niet blokfluit spelen! Een krolse kat op een panfluit klinkt nog beter dan haar geblaas op d’r blokfluit.
Maar ze is zo enthousiast, eindelijk!
Hoezo bedenkt een juffrouw om haar blokfluit te laten spelen!? Wil ze dat de hele klas haar vierkant gaat uitlachen ofzo? En wie mag de harde waarheid weer gaan verkondigen?
Lekker dan!
“Schat, jij kan echt geen blokfluit gaan spelen hoor!”, probeer ik met mijn liefste stemmetje uit te brengen.
“Jawel, ik kan wel blokfluit spelen! En dat ga ik doen ook!”, zegt ze nog zelfverzekerder dan dat ze al was.
Oké duidelijk, dit heeft meer overtuigingskracht nodig. “Hoe wou je dat gaan doen dan? Jij kan geen noten lezen, wij kunnen geen noten lezen, bovendien, je kan helemaal niet blokfluiten!”
Ik weet gewoon niet hoe ik het anders brengen moet. Ik zie haar al staan daar in die kerk. Iedereen stil en vol verwachting naar een hemels stukje gefluit en dan komt daar toch opeens een hels geluid uit dat kreng. De fluit. Niet mijn dochter. Maar wel veroorzaakt door mijn dochter. Dit kan écht niet! Mijn hart breekt al bij de gedachte.
“Ik ga je laten horen dat ik het kan!”, zegt Catootje en demonstratief loopt ze naar haar kamertje.
“Weet je wel waar je fluit is?”, roep ik haar na.
“Nee.”
Na een half uur zoeken en heel wat getier later heeft Catootje haar fluitje gevonden.
“Ik ga nu oefenen”, roept ze vanuit haar kamertje.
Prima, ga jij maar oefenen, denk ik bij mezelf. Misschien moet ze er gewoon zelf achterkomen dat ze helemaal niet fluiten kan.
“En mam, vind je het mooi?”, vraagt ze nadat ze haar hele longinhoud binnen 5 seconde in haar fluit heeft weten te persen.
“Wil je het echt weten?”, vraag ik nog op een semi sarcastische toon.
“Ja!”
Hel, ze wil het echt weten! En ze denkt ook echt dat het mooi was. Ja sorry, ik ben geen liegende moeder die het leven mooier maakt dan het is. Ik wil niet zo’n kind hebben dat straks bij Idols met de grootste overtuigingskracht staat te balken en denkt dat het mooi klinkt. Ik ben degene die haar daarvoor beschermen moet!
“Wil je het echt, echt weten?”, vraag ik nog maar eens in de hoop dat ze nu zelf toegeeft.
“Ja!”, herhaalt ze.
“Nee schat, het was echt niet om aan te horen!”
“Nou, ik ga het toch doen!”, zegt ze inmiddels een tikkie beteuterd.
Papa komt thuis en Catootje ziet meteen een nieuw teamgenoot in haar blokfluit verhaal, want papa moet het toch wel heel erg leuk vinden dat zij mag blokfluiten op het kerstfeest van school.
“Papa, ik mag blokfluit spelen op het kerstfeest!”, vertelt Catootje verheugd aan haar vader.
Catootje en haar vader zijn twee handen op één buik, maar omdat ze uit hetzelfde hout gesneden zijn, kunnen ze ook weleens recht tegenover elkaar staan. Maar onvoorwaardelijke liefde is er altijd en ze kan altijd op hem rekenen.
Maar ook papa ziet het als zijn plicht om zijn dochter te beschermen. Te beschermen tegen een afgang.
“Wat leuk dat je blokfluit mag spelen Catootje, maar dat lijkt me echt geen goed idee!”, is de reactie van papa.
Maar Catootje laat zich niet uit het veld slaan. “Ik kan heus wel blokfluit spelen hoor, luister maar!”
Hoe duidelijk moeten we zijn? Het is niet dat we het leuk vinden om haar dit mee te delen, maar zij kan echt niet op dat podium gaan staan blazen op de inmiddels al valse blokfluit.
“Nee schat, we moeten morgen echt aan de juf vertellen dat je niet kan blokfluiten”, is de conclusie.
En dus komen we de volgende dag op school met een mededeling. “Wil jij het tegen de juf zeggen mama?”, vraag Catootje. “Natuurlijk, ik zal het wel even tegen haar zeggen”, probeer ik kalmerend terug te zeggen.
De week is doormidden en inmiddels staat juf nummer 2 voor de klas. Deze juf is nog niet op de hoogte van het blokfluit verhaal en dus begin ik: “Juf, Catootje mag op het kerstfeest blokfluit spelen”.
“Oh, wat ontzettend leuk Catootje!”, reageert de juf opgetogen.
“Nou juf”, ga ik verder, “Catootje kán helemaal geen blokfluit spelen”
“Nah, dat maakt helemaal niet uit!”
Ze kijkt Catootje aan “Hartstikke leuk voor je Catootje!”
“Maar juf, ze kan echt niet blokfluiten, als in niet om aan te horen zo slecht dat ze niet kan blokfluiten.”, probeer ik de juf het nog maar eens duidelijk te maken.
“Maakt echt niet uit!” zegt de juf nogmaals, “ik neem ook mijn fluit mee en dan gaan we samen lekker fluiten”, zegt ze op de meest vriendelijke toon richting Catootje. Vervolgens richt de juf zich naar mij toe en zegt: “Laat haar eerst maar eens op dat podium komen, hartstikke goed dat ze de intentie heeft om het te doen.”
“Ja…”
“Ja…”
“Oké”
“Komt goed!”, zegt de juf geruststellend tegen mij.
Holy freaking fuck, de juf staat hier mij gewoon gerust te stellen. Het komt goed. Natuurlijk komt het goed! Wat heb ik gedaan? Vraag ik bij mezelf af. Ik heb gewoon keihard mijn eigen Catootje onderuit gehaald. Keihard laten weten dat ze iets waar ze enthousiast over was, echt niet kon.
Kei, kei, bikkel, snoeihard. Wat voor moeder ben ik!? Het hele idee waar het om draaide, heb ik onderuit gehaald. Ze wilde een podium op. Ze wilde zichzelf overwinnen, haar angsten overwinnen. Ze wilde voor de verandering een keer op de voorgrond treden, uit haar schulpje komen. En wat doe ik? Ik ram haar zo weer naar binnen.
Ach, daar worden ze hard van. Maar ze moeten niet hard worden, ze moeten sterk worden.
Opvoeden. Kan iemand me even vertellen hoe dat moet?
Uit privacy redenen zijn de namen uit het bovenstaande verhaal fictief, maar ik denk dat jullie wel kunnen raden wie die zotte moeder is.
Dit artikel verscheen eerder op Voormijnkleintje.nl
Comments are closed.