Er was eens een moeder die dacht dat het baren van een kind het pijnlijkste was wat ze had meegemaakt. Maar toen was daar de dag dat ze vier kleine woordjes op zich afgevuurd kreeg. Vier kleine, maar o zo pijnlijke woordjes…
Nee, ze zei: MAMA IK HAAT JE!!!
Ja, ze haatte me, dat was duidelijk. Er waren een aantal dingen die ik had kunnen zeggen op die vier kleine, pijnlijke woordjes.
Ik had het volgende in alle kalmte en rust kunnen zeggen:
„Lieverd, je haat me niet. Wat ik tegen je zei vind je gewoon niet zo leuk. Dat is een groot verschil.”
„Wat jammer om te horen, dat maakt mij wel een beetje verdrietig.”
„Het is oké, toch hou ik wel van jou.”
„Je zal mij nog wel vaker gaan haten, dat gebeurt tijdens het opgroeien. Maar ik ben voorbereid en ik zal jou nooit haten.”
„Haat je mij echt? Dat vind ik niet zo leuk en ik haat jou zeker niet.”
„Ik snap dat je boos bent, maar dat verandert niets aan de situatie.”
„Ik begrijp dat je boos bent, uit je boosheid maar. Ik incasseer het wel.”
En het is niet bewust, ik lees de opvoedboeken, echt waar. Maar wat komt er uit mijn strot? De strot van een loedermoeder…
„Prima! Doei.”
Ook al weten we heel goed dat het woorden van een moment opname zijn toch kunnen ze behoorlijk steken inderdaad. “prima, doei” zou ik er dan ook uitflappen. Of wat ik heel vaak zeg als je mij lief bent zijn wij lief tegen jou. Als je boos bent zijn we boos op jou, als je me haat dan…..
Na die uitspraak keek de boosdoener mij hier vol begrip aan…
Hahahahahaha ha! Herkenbaar! Soms is er gewoon even teveel bloed onder je nagels vandaan gehaald om pedagogisch verantwoord te zijn. ??